Print Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Laat dwazen daar. Laissuns les fols, as sages nus tenuns. La Chanson de Roland. Laat dwazen daar, en houd u aan de wijzen. Hun groot getal, hun waan ontzette u niet; Een dwaas vindt altijd dwazer die hem prijzen; Maar 't loopt verkeerd wat naar zijn raad geschiedt. Laat dwazen daar, en houd u aan de wijzen. Leen wijzen 't oor, en luister naar geen dwazen. Het hoogste woord zij hun gedwee gegund. Versmaad hun lof, hoe loflijk uitgeblazen; Veracht hun smaad, en mijd hen waar gij kunt. Leen wijzen 't oor, en luister naar geen dwazen. [pagina 30] [p. 30] Laat dwazen daar, en houd u aan de wijzen; Maar hoed u voor de wijzen van den dag. De tijdgeest doet hun moed en aanzien rijzen, En zweert bij 't aan hemzelf ontleend gezag. Laat dwazen daar, en houd u aan de wijzen. Mistrouw die zich laat voorstaan op zijn jaren, Zich gelden laat om wat hij weet en doet. Bescheiden spreekt die rijp is en ervaren; Wijs overwicht steunt niet op overmoed. Leen ware wijzen 't oor, laat wijze dwazen varen. Vorige Volgende